Het leuke en kleurrijke spel Beverbende is uitermate geschikt voor kinderen en volwassenen. Het kan gespeeld worden met twee tot zes spelers en duurt ongeveer 20 minuten. De fabrikant, 999 games, geeft aan dat het ongeveer vanaf zes jaar gespeeld zou kunnen worden. Het spel draait om geheugen en tactiek, maar vooral om het verzamelen van zo min mogelijk punten. Hier verwijst de subtitel op de voorkant ook naar ‘ga voor de kleintjes’. Degene die aan het eind van een potje namelijk de minste punten heeft, wint het spel.
Voor het spelen
Voordat je kunt beginnen met spelen, moet je een aantal voorbereidingen treffen. Zo moet je als eerst één iemand kiezen die de score bij gaat houden. Het spel draait namelijk om wie de minste punten heeft. Na het schudden van alle kaarten krijgt elke speler vier kaarten toegedeeld. De rest van de kaarten worden in een gesloten stapel midden op tafel gelegd. De vier kaarten die spelers krijgen, leggen ze voor zichzelf afgedekt op tafel neer.
Naast de afgedekte stapel in het midden, wordt één kaart open neergelegd. Dit is de aflegstapel. Beverbende kent krachtkaarten en puntkaarten. De startkaart van de aflegstapel mag geen krachtkaart zijn. Is dit toch het geval, dan stop je de kaart terug in de stapel en draai je een nieuwe kaart om.
Een ronde spelen
Als alle voorbereidingen getroffen zijn, kun je beginnen met spelen. Aan het begin van het spel mogen alle spelers kort hun twee buitenste kaarten bekijken. Je mag slechts één keer spieken, dus onthoudt goed welke kaarten daar liggen. Bepaal welke speler mag beginnen en speel dan met de klok mee. Als je aan de beurt bent, kun je twee dingen doen. Eén van deze twee dingen moet je kiezen.
Optie 1: De eerste optie die je hebt is het pakken van een openliggende kaart van de aflegstapel en deze ruilen voor een van de kaarten die je voor je hebt liggen. De kaart die je voor je wegneemt mag je openleggen op de aflegstapel. Nogmaals: het is de bedoeling om zo min mogelijk punten te halen. Het is dus niet slim om een hoge kaart te wisselen voor een kaart die voor je ligt waarvan je weet dat die laag is.
Optie 2: De tweede optie is het pakken van een kaart van de afgedekte stapel. Deze kaarten kunnen op drie verschillende manieren gebruikt worden.
- een van je kaarten vervangen
- als je een krachtkaart trekt, mag je wisselen, spieken of twee trekken. Dit is afhankelijk van de kaart.
- ongedekt afleggen op de aflegstapel
Wederom is het de bedoeling dat je zo min mogelijk punten overhoudt. Let hierop bij de keuzes die je maakt in je opties.
Als de afgedekte stapel in het midden op is, wordt deze geschud en opnieuw gebruikt. Nu moet er opnieuw een kaart open gelegd worden van de stapel.
Krachtkaarten
Naast de gewone kaarten, zijn er drie verschillende krachtkaarten die je tegen kunt komen. Hierboven is al even benoemd wat je met deze kaarten kan, maar dat zal hier nog uitgebreider uitgelegd worden. Als je ene krachtkaart trekt van de afgedekte stapel, mag je de actie die op die kaart staat uitvoeren. Dit kan zijn het bekijken van één van je gedekte kaarten of het wisselen van één van je gedekte kaarten. Ook is er de optie waarbij je twee nieuwe kaarten moet trekken van de afgedekte stapel.
Let op: krachtkaarten kunnen alleen gebruikt worden als je ze trekt van de afgedekte stapel. Als ze aan het eind van het spel tussen je vier afgedekte kaarten liggen, moet je ze ruilen voor een willekeurige puntenkaart.
Einde van het spel
Een speler kan het spel beëindigen als hij of zij denkt dat hij of zij de laagste score heeft op dat moment. De speler mag dan zeggen dat het de laatste ronde is. Elke speler krijgt nu nog één beurt, voordat gekeken wordt naar de gesloten kaarten. Nadat iedereen nog een beurt gehad heeft, worden de kaarten open op tafel gelegd en eventuele krachtkaarten geruild voor puntenkaarten. Deze puntenkaarten worden per speler bij elkaar opgeteld en doorgegeven aan de persoon die de punten noteert. De speler met de laagste punten, wint het spel! Natuurlijk kun je ook kiezen om meerdere rondes te spelen, voor er een winnaar gekozen wordt.