SpelScout 🎲

Bord, kaart en gezelschapsspellen

Hoe speel je Klaverjassen? Speluitleg & spelregels

Lucas

Lucas

Klaverjassen is een kaartspel dat gespeeld wordt door vier personen. Meestal spelen die personen in teams van twee, waarbij de twee spelers die tegenover elkaar zitten een team vormen. Zo heb je twee teams van twee personen die tegen elkaar spelen. In Frankrijk en Noord-Amerika is het spel ook wel bekend onder de naam Belote of Tarbish.

Klaverjassen wordt gespeeld met de piketkaarten van een normaal kaartspel. Dit zijn alle kaarten van 7 of hoger. In totaal speel je dus met 32 kaarten. Hierbij wordt uiteraard wel gewoon met de azen gespeeld. De bedoeling van het spel is om punten te verzamelen, het team met de meeste punten wint het spel.

Voorbereiding

Om het spel te beginnen, krijgt iedere speler acht kaarten. Meestal worden die kaarten niet één-voor-één gedeeld, maar op een andere manier. Vaak krijgt een speler eerst drie kaarten, dan twee kaarten en dan weer drie kaarten. Eerst vier en daarna nog een keer vier is ook een optie. Wanneer je een complete wedstrijd speelt, speel je 16 potjes. Iedere speler deelt vier keer de kaarten uit. 

Voor je ook echt kunt beginnen met spelen, moet de troefkaart bepaald worden. Dit wordt gedaan door een kaart van de niet gebruikte stapel om te draaien. Deze stapel heet ook wel de draaistapel. Let op: tijdens het eerste spel is de troefkleur altijd klaveren. 

Beginnen met spelen

Als alle kaarten zijn gedeeld en de troefkleur is bepaald, kun je beginnen met spelen. De speler links van de deler heeft nu twee opties: 1. Hij gaat spelen, of 2. Hij past. Dit wordt aangegeven door de speler door “speel” of “pas” te zeggen. Een speler speelt als hij of zij denkt dat hij of zij samen met de teamgenoot meer dan de helft van de punten kan halen. De andere twee spelers gaan uiteraard proberen dit te voorkomen. 

Als alle vier de spelers besluiten te passen, zijn er twee opties. Wat er nu gebeurt, is afhankelijk van wat er van tevoren is afgesproken, maar is meestal een van de volgende twee dingen. 

Verplicht spelen: de speler links van de deler moet spelen op de kleur van de volgende draaikaart. 

Verplicht spelen: De speler links van de deler moet spelen, maar mag zelf de kleur bepalen.

Het spel wordt in slagen gespeeld. De speler links van de deler legt een kaart op in een bepaalde kleur. Dan legt iedere speler met de klok mee een bepaalde kaart op tafel. De hoogste kaart wint de slag. Hierbij geldt dat een troefkaart hoger is dan een niet-troefkaart. Let wel op met het opleggen van een bepaalde kleur, alle spelers moeten namelijk kleur bekennen en mogen dus niet zomaar een kaart van een andere kleur opleggen. Leg je bijvoorbeeld een hartenkaart op, dan wordt die slag gespeeld met hartenkaarten en mag niemand een andere kleur opleggen. 

Troefplicht

Heeft een speler geen kaart meer in de kleur die gevraagd is? Dan heeft die speler troefplicht. Dit houdt in dat een speler moet troeven. Hier zijn wel een aantal regels aan verbonden, namelijk de volgende drie: 

  • Als er troef gevraagd wordt, moet de speler overtroeven, als de speler dit kan. Dit betekent dat er een troefkaart opgegooid moet worden, die hoger is dan de hoogste troef op tafel.
  • Als een speler niet meer de kleur kan bekennen, moet hij introeven of overtroeven.
  • Ondertroeven mag alléén als de speler óf alleen maar lagere troeven in handen heeft en geen andere kaart meer kan bijspelen, óf als men niet meer kan overtroeven en er is troef gevraagd. Belangrijk om te onthouden is dat de speler altijd waar mogelijk, de gevraagde kleur moet bekennen.

De laatste regel heeft soms lastige gevolgen, zoals het volgende voorbeeld laat zien. Stel speler A komt in de zesde slag uit met harten 7 en schoppen is troef. Speler B troeft met schoppenvrouw, speler C heeft schoppen 8,7 en ruiten Aas. Speler C is nu verplicht om ruiten Aas op te gooien, want ondertroeven (schoppen 8 en 7) kan alleen als er geen andere kaart meer bijgespeeld kan worden.

Puntentelling van de kaarten

Elke kaart kent een bepaalde waarde in punten. Zoals eerder gezegd, is het de bedoeling dat een team minimaal de helft van de punten weet te halen. Alleen dan winnen zij de ronde. De puntentelling van de kaarten is als volgt: 

Troefkaarten

Troef boer: 20 punten

Troef 9: 14 punten

Troef aas: 11 punten

Troef 10: 10 punten

Troef koning: 4 punten

Troef vrouw: 3 punten

Troef 8: 0 punten

Troef 7: 0 punten

Overige kaarten

Aas: 11 punten

10: 10 punten

Koning: 4 punten

Vrouw: 3 punten

Boer: 2 punten

9: 0 punten

8: 0 punten

7: 0 punten

In totaal zijn er 162 punten in het spel. 62 punten voor troefkaarten, drie keer dertig punten voor normale kaarten en tien punten voor het team wat de laatste slag wint. Als er roem valt, wordt dit meegenomen in de puntentelling. Heeft het spelende team minder dan de helft van de punten? Dan zijn ze nat en gaan hun punten naar de tegenpartij. Als een team alle slagen wint, krijgen ze 100 extra roem. 

Roem

Meestal wordt klaverjassen met roem gespeeld. Dit houdt in dat spelers extra punten kunnen krijgen door een bepaalde combinatie van kaarten te maken. Meestal is dit een opeenvolgende serie kaarten. Zo levert een driekaart in dezelfde kleur 20 punten op en een vierkaart in dezelfde kleur 50 punten. Vier dezelfde kaarten in dezelfde slag levert 100 punten roem op. Daarnaast levert de vrouw en heer van troef in 1 slag 20 punten roem op (stuk). Een team die alle 8 slagen binnenhaalt, wint 100 punten roem (mars). Roem telt mee in de puntentelling. 

Verder is er nog de combinatie Heer en Vrouw van troef. Deze combinatie heet stuk en levert 20 punten extra op. Stuk geldt in principe altijd. Een vierkaart waarin het stuk zit, bijvoorbeeld Aas, Heer, Vrouw, Boer van troef, levert dus 50 roem + 20 punten = 70 punten op.

Fouten maken

Een speler kan natuurlijk een fout maken tijdens het spelen. Dit wordt ook wel verzaken genoemd. Vaak is de consequentie dan dat het spel verloren verklaard wordt. Ook kan het zo zijn dat een tegenstander die verzaakt nat speelt en 200 strafpunten krijgt. Dat betekent dat die partij aan het eind van de ronde 362 punten tegen heeft gekregen. Fouten die gemaakt worden zijn: 

  • Er wordt geen kleur bekend, terwijl de speler wel de kleur kan spelen.
  • Er wordt niet getroefd, terwijl de speler wel een troefkaart heeft.
  • Er wordt een lagere troef gespeeld, ondertroeven, terwijl de speler wel een hogere troef in de hand heeft.
  • Er wordt een lagere troef gespeeld, terwijl de speler een andere kaart van een andere kleur heeft.
  • Er wordt geen kleur bekend, terwijl de speler wel de kleur kan spelen.

Net als kleur bekennen, moet een speler ook troef bekennen. Als een troef gevraagd is, moet de speler die altijd bekennen. Ook wanneer een speler dan alleen onder kan troeven. Maar, als men een gevraagde kleur niet heeft, is het wel verboden onder te troeven. 

Varianten

Natuurlijk zijn er nog een aantal varianten van het spel en zelfs regionale verschillen in de spelregels, zoals Amsterdams of Rotterdams klaverjassen, kraken of schoppen dubbel, maar dit zijn de basisspelregels van klaverjassen. Het spel kan ingewikkeld zijn, maar na een paar keer spelen is het goed te begrijpen en kan het heel wat tijd speelplezier opleveren!

Lucas

Lucas

Lucas speelt het liefst zijn hele weekend bordspellen met vrienden, is er als de eerste bij wanneer er nieuwe spellen gelanceerd worden en is vooral groot fan van dobbelspelletjes zoals regenwormen en qwixx! Hij test alle soorten uitbreidingspakketten graag uit.

Leave a comment

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comments