Monopoly is een leuk spel dat je de basis van economische activiteiten aanleert. Het doel van het spel is om zo rijk mogelijk te worden. Monopoly kan je spelen vanaf 2 tot 10 spelers (afhankelijk van de variant) en duurt meestal 1,5 tot 2u. Het spel is geschikt voor spelers vanaf 8 jaar. Met Monopoly kom je te weten of er een kapitalist in je schuilt.
Hoe werkt het (speluitleg & regels)
Voordat je Monopoly kunt spelen, moet je het spel voorbereiden. Dit houdt meer in dan het openvouwen van het spelbord. Concreet moeten de spelers volgende dingen doen:
- Afspreken wie de bankier wordt. De bankier wisselt geld met spelers, ontvangt boetes, en beheert alle bezittingen, de 32 huizen en 12 hotels.
- Op het spelbord leg je de kanskaarten en de Algemeen Fonds kaarten op de daarvoor voorziene vakjes op het speelbord.
- De spelers kiezen een pion uit.
- De bankier geeft elke speler zijn startgeld. In veel varianten bedraagt dit €1500 en ontvang je in volgende geldbriefjes: 2 x €500, 2x €100, 2 x €50, 6 x €20, 5 x €10, 5 x €5 en 5 x €1. In sommige varianten speel je met geldwaarden die hoger liggen.
- Het lot bepaalt de startspeler. Meestal werpen alle spelers om de beurt de beide dobbelstenen. De speler die het hoogste aantal ogen heeft gegooid, begint het spel.
Wie is de grootste kapitalist?
Als jullie bovenstaande stappen hebben uitgevoerd, kan het spel echt beginnen. Het doel van het spel is om de rijkste speler te worden.
De startspeler gooit de dobbelstenen en verplaatst zijn pion evenveel vakjes als het aantal ogen dat hij geworpen heeft. Op elk vakje van het speelbord kan je iets doen.
- De meeste vakjes zijn ‘straten’. Deze hebben een kleur, een naam en een bedrag. Dit zijn de vakjes waarop je bezit koopt of huurt.
- Er zijn twee vakjes die je een kaart doen trekken. De kanskaarten trek je op de vakjes met een vraagteken. De algemene fonds kaarten trek je op de vakjes met een schatkist. Zowel de kans- als algemene fonds kaarten brengen je geld op of doen je geld verliezen.
- Er zijn 4 stations en 2 nutsbedrijven die je mag kopen. Hoe meer van elk type je in bezit hebt, hoe hoger de opbrengst ervan is.
- Er zijn twee vakjes met belastingen. Dan moet je de aangegeven waarden aan de bank betalen.
- Er is een vakje met een gevangenis en een ander vakje dat je onmiddellijk naar de gevangenis stuurt.
- Er is een vakje vrij parkeren. Dit is het enige vakje waarbij er niets gebeurt.
- Er is het startvak. Elke keer dat je dit vakje passeert ontvang je €200 van de bank.
Bezit kopen of huren
Wanneer je op een straat landt, zijn er verschillende mogelijkheden:
- De straat is al in bezit van een speler? Dan betaal je huur zoals aangegeven op de eigendomskaart van de eigenaar. Die huurprijs stijgt naarmate er meer huizen of een hotel op de straat staat.
- De straat is nog niet in bezit van een speler en je wil het bezit kopen aan de aangegeven prijs? Dan betaal je de kostprijs, zoals aangegeven op het vakje van het spelbord. Je ontvangt de eigendomskaart van de bankier.
- De straat is nog niet in bezit van een speler en je wil het bezit NIET kopen aan de aangegeven prijs? Dan wordt de straat per opbod verkocht. De speler die het meeste biedt, ontvangt de eigendomskaart van de bankier. De prijs kan dus lager zijn dan aangegeven op het vakje.
- In het zeldzame geval dat niemand de straat wil kopen, blijft de straat bij de bank.
Als je een nutsbedrijf koopt, levert dit geld op afhankelijk van het aantal ogen dat je tegenstander heeft gegooid. Heb je beide nutsbedrijven dan verhoogt dit de prijs van kosten die een speler moet betalen.
Als je een station koopt, levert dit geld op. Bovendien ontvang je meer geld als je meer stations in je bezit hebt.
Huizen en hotels bouwen
Alle straten hebben een kleur. Elke kleurengroep (van 2 of 3 straten) wordt een stad genoemd. Zodra je de hele stad in je bezit hebt, mag je huizen en hotels bouwen. Je moet op een vakje vier huizen hebben staan, vooraleer je deze mag slopen om er een hotel op te bouwen.
Het aantal huizen of het hotel in de straat bepaalt de huur die een tegenstander betaalt. Om te bouwen heb je geld nodig. De prijs per huis en per hotel staat op de eigendomskaart van de straat.
De gevangenis
De gevangenis is een vak in de tweede hoek van het Monopoly-spelbord. Als je hierop terechtkomt door een dobbelsteenworp, dan zet je je op het smalle vakje ‘op bezoek in de gevangenis’. In alle andere gevallen zet je je achter tralies, deze zijn:
- Wanneer je voor de derde keer achter elkaar dubbel hebt gegooid met de dobbelstenen.
- Wanneer je op het vakje met de agent belandt.
- Wanneer een kans- of algemene fondskaart beveelt dat je naar de gevangenis moet.
Je kan uit de gevangenis komen op drie manieren:
- Je betaalt €50.
- Je gooit je dubbel. Je mag drie beurten lang dubbel proberen te gooien, lukt dit niet, dan moet je €50 betalen.
- Met een kaart ‘verlaat de gevangenis zonder te betalen’ (mag je ook kopen van een andere speler)
Tips & strategie
We delen je graag onze strategietips voor Monopoly. Zo maak je meer kans om het spel te winnen:
- Koop straten zo snel en goedkoop mogelijk.
- Uit kansberekening blijkt dat de oranje en rode straten het beste zijn om te kopen.
- Investeer je geld in zoveel mogelijk bezittingen.
- Nutsbedrijven zijn leuk, maar bezorgen je zelden de overwinning.
- In een eindfase van het spel wil je lang in de gevangenis zitten.
- Bouw huizen zodra je een stad hebt. Koop hotels zodra er op alle straten van al je steden 4 huizen staan.
Leuk familiespel, maar … voeg geen huisregels toe
Monopoly is een leuk spel voor de hele familie. Het leert je de basisbeginselen van economie. Maar … we adviseren je om geen huisregels toe te voegen. Vaak verlengen die huisregels de spelduur van Monopoly of halen ze het spel uit balans.
Wie van jullie is de slimste kapitalist?